Émile, 14 jaar oud, brengt zijn adolescentie zo goed mogelijk door in een klein stadje in de regio Parijs, tussen een vader die vertegenwoordiger is, grillig en lief gek, en een moeder die niet erg gezond is, die het haar van haar zoon elke maand blond verft, omdat hij op die manier knapper lijkt te zijn. Overtuigd van het belang van dit haar bleken, schaamt Émile zich er toch vreselijk voor, net zoals hij zich schaamt om in een caravan te wonen op het land waar Bernard en Annie, zijn ouders, hun huis moeten bouwen... de dag waarop ze de bouwvergunning verkrijgen. Wanneer Pauline, het middelbare schoolmeisje op wie hij verliefd is, Émile uitnodigt voor een concert in La Fenice, besluit Bernard dat de hele familie hem zal vergezellen met de karavaan, op een reis die even ongelooflijk als initiërend is.