Een vreemdeling, achterna gezeten door een stel bandieten, komt om bij een ongeluk. Net voor zijn dood heeft hij een schatkaart kunnen verstoppen die de bandieten wilden hebben. Een jongen heeft gezien waar de vreemdeling de kaart verstopt heeft en hij geeft deze aan de plaatselijke predikant. De predikant ziet de waarde van de schat in en probeert hem te vinden, voordat de bandieten het doen.